Vruchtenterrine met frambozencoulis

Breng de melk met het opengesneden vanillestokje aan de kook.
Draai het vuur uit en laat de melk circa 20 minuten staan.
Klop de eidooiers met de suiker tot een dikke blanke crème ontstaat.
Giet al roerend de helft van de warme melk erop en roer dit mengsel weer door de resterende melk. Verwijder het vanillestokje en breng de vla al roerende weer aan de kook tot deze bindt. Laat de vla geheel afkoelen.
Week de gelatineblaadjes 2 minuten in koud water, was de aardbeien, verwijder de kroontjes en snijd de aardbeien in stukjes.
Verwarm de yoghurt en los hierin de uitgeknepen gelatineblaadjes op.
Roer het citroensap en de gembersiroop door de afgekoelde vla en schep daarna de yoghurt erdoor.
Schep een laagje vanilleyoghurt in een terrinevorm en laat dit opstijven. Leg hierop de aardbeienstukjes en giet de rest van de vanilleyoghurt erover.
Laat de terrine minimaal 3 uur opstijven in de koelkast.
Pureer de frambozen met de suikersiroop in de blender tot een gladde saus.
Stort de terrine na de vorm even in warm water gehouden te hebben. Snijd de terrine in plakken, serveer ze op borden en giet de frambozencoulis rondom.