Kipfilet met cider, spekjes, rozijntjes en gebakken appeltjes

De dubbele kipfilets in twee verdelen (= 4 kipfilets) en aakorsten in boter, kruiden met peper en paprikapoeder (of kipkruiden).
De kipfilets uit de pan nemen en in dezelfde pan de spekjes bakken, de grofgesneden ui toevoegen.
Blussen met de cider, de ciderazijn en de room.
De kipfilets terug in de pan leggen en de rozijntjes toevoegen. Dit alles een kwartier laten gaarstoven.
Het klokhuis uit de appels verwijderen en de appels in kwartjes verdelen. De appelkwartjes aanbakken in wat boter en bestrooien met kristalsuiker om ze te karameliseren, zachtjes gaar laten worden.
De fijngesnipperde sjalot aanstoven en er de wortelblokjes aan toevoegen. Gevogeltefond bijgieten en zeer gaar laten worden. Daarna de wortels laten uitdampen en ze met wat room en boter zeer fijn pureren en afkruiden.
De broccoli, schorseneren en champignons individueel schoonmaken en garen.
De kipfilet uit de pan nemen en laten rusten onder alufolie. De saus verder inkoken (indien nodig) en afwerken met een klontje boter.
De groenten in een wokpan kort aanstoven.
Borden dresseren: een grote lepel wortelpuree op de borden doen, het midden vrijmaken en in het midden groentenmengeling. De kipfilet in schijfjes snijden (escaloperen), op het bord schikken en versieren met de appelkwartjes. Takje groen als versiering aanbrengen.