Marsepeintaartjes

Bekleed eerst de kleine soufflévormpjes met bakpapier. Bestuif het papier lichtjes met bloemsuiker.
Kneed daarna de marsepein tot hij zacht genoeg is om te worden uitgerold en rol 3/4 ervan 6 mm dik uit op een met bloemsuiker bestoven werkvlak. Steek er 6 rondjes van 13 cm diam. uit. Druk deze dunne marsepeinrondjes in de soufflévormpjes.
Leg madeleinekoekjes op de bodem en tegen de wand van de soufflévormpejs (snij ze daarvoor op maat met een scherp mesje). Besprenkel ze voorzichtig met 2 eetlepels sherry.
Klop de roomkaas op met de fijne suiker. Laat de perzikpartjes uitlekken en snij ze in stukjes (of schil de sinaasappelen ontvlies hem en snij daarna in stukjes). Spatel het fruit onder de kaascrème.
Schep de kaascrème in de vormpjes. Strijk de bovenkant mooi glad. Dek af met de rest van de madeleinekoekjes en besprenkel ze met de rest van de sherry.Rol de rest van de marsepein uit. Steek er rondjes van 7,5 cm uit en dek daarmee de taartjes af. Druk de randen goed aan.
Dek de vormpjes af met plasticfolie en zet er een gewichtje op. Laat ze een nacht rusten in de koelkast. Ontvorm de marsepeintaartjes en werk ze verder af met bloemsuiker en marsepeinroosjes.