Geroosterd ribstuk

Roer de olijfolie, de balsamicoazijn, de geperste knoflookteentjes, de korianderzaadjes en de versgehakte rozemarijn door elkaar. Strijk er het ontbeende ribstuk mee in en laat het vlees minstens een half uur (liefst een hele nacht) trekken.
Verwarm de oven op 230°C. Leg de koteletbeenderen in de braadslee. Zet ze, zonder meer, 15 min. in de oven.
Leg de worteltjes, de ajuin in partjes en de fijngesneden selderstengels bij de geroosterde beenderen.
Dep het vlees droog, wrijf het in met het grof zeezout en leg op de beenderen met groenten. Schenk er een kopje water bij en laat ca. 30 min. braden op 220°C tot het vlees gaar is.
Hou het vlees warm onder alumiiniumfolie en zeef de marinade bij het braadvocht. Laat inkoken en bind eventueel met wat bloem.