Kruidenweetjes
Samenvatting
| Opbrengst | |
|---|---|
| Voorbereidingstijd | 5 minuten |
| Bereidingstijd | |
| Totale tijd | 5 minuten |
Beschrijving
Kruidenweetjes
Ingrediënten
Instructies
Verse kruiden in de keuken:
Was de kruiden in hun geheel, slinger ze droog in een slazwierder en hak het bladgroen fijn met een groot mes.
Het moment waarop een kruid aan een gerecht wordt toegevoegd is afhankelijk van meerdere factoren; de belangrijkste is de manier waarop kruiden zich bij verhitting ontplooien. Sommige kruiden zoals laurier, tijm, rozemarijn... staan hun aroma pas af als ze worden meegestoofd, gekookt, enz. Andere kruiden zoals kervel, dille, dragon hebben een vluchtiger aroma, waardoor ze beter tot hun recht komen als ze vlak voor het einde van de bereidingstijd worden toegevoegd. Dan is er nog de groep die niet meegekookt wordt, zoals bieslook, basilicum... Hun specifiek aroma gaat verloren bij verhitting.
Gedroogde kruiden:
van gedroogde kruiden is er minder nodig dan als er verse kruiden gebruikt worden. Een eetlepel verse kruiden komt overeen met een derde eetlepel gedroogde kruiden (= 1 theelepel).
Voeg ze bij het begin van de bereidingstijd toe, zodat het aroma zich volledig kan ontwikkelen.
Notities
kruiden in de Molenbeekvallei:
Kleine veldkers: primeur in het voorjaar, met hetzelfde aroma als waterkers, in salades, soep, puree, op de boterham.
Witte waterkers: in soep, groentenpuree, in een slaatje, bij boterhambeleg
Pinksterbloe: aroma van waterkers, in soep, salade, sandwichbeleg
Koolzaad: jonge blaadjes en topjes als groente zoals kool
Vogelmuur: met de smaak van jonge sla, in een salade van gemengde voorjaarskruiden, soep
Grote/kleine brandnetel: jonge scheuten, in soep, groententaart, gebak...
Gele, witte, paarse dovenetel: zoals brandnetel, bloemetjes vol nectar als garnituur
Fluitenkruid: jonge scheuten te gebruiken als kervel
Look-zonder-look: bovenste bladeren en topjes in salades, toekruid in saus
Daslook en bieslook: in pesto, soep, saus, salade
Maarts viooltje: heerlijk geurend in thee, siroop, aperitief, koekjes, versuikerd.
Paardenbloem: blem in siroop en gelei, wijn en bier, jonge bladeren in soep, salades, wortel geroosterd.
Meidoorn: bloesemknopjes en jonge blaadjes met een lichte en fijne smaak in salades, thee.
Zevenblad: jonge scheuten als goede lentegroente
Berenklauw: hele jonge spruiten voor het blad ontkrult, koken en opdienen met boter
Gewone melkdistel: koolachtig, als spinazie, in soep
Grote klis: gekookte bloemstengels, jong blad, jonge zijscheuten, wortels gekookt of geoosterd.
Madeliefje: jonge blaadjes en bloemetjes in thee, in salades.
Anna-Maria Dierck, imker-herboriste