Laat het bladerdeeg ontdooien.
Snijd het vlees in stukken en het spek in dobbelsteentjes. Bak het spek uit in een pan en bak hierin het vlees gedurende 15 minuten.
Maak de ui schoon en pureer deze samen met het vlees in de keukenmachine.
Hak de peterselie en roer dit samen met de oregano, de madera en de crème fraîche door het vleesmengsel.
Snijd de kippenlevers en de champignons in plakjes.
Verhit de boter in de pan en bak hierin de kippenlevers en de champignons.
Breng op smaak met zout en peper.
Bekleed een cakeblik met aluminiumfolie, laat een stuk boven de rand uitkomen, spoel deze om met koud water. Gebruik twee derde van het bladerdeeg om de bodem en de zijkanten te bekleden. Prik het deeg in.
Leg afwisselend een laag vlees en een laag champignons met levertjes erin en eindig met een laag vlees.
Maak een deksel van de rest van het deeg en prik dit eveneens in. Leg de deksel over het vlees en druk de zijkanten goed aan. Bestrijk met losgeklopte eidooier.
Maak twee schoorstenen van bakpapier zodat tijdens het bakken de damp kan ontsnappen.
Zet de pastei gedurende 35 minuten in een oven van 200 °C.
De pastei kan zowel warm als koud worden gegeten.