Schil de aardappels en maak de wortel en courgette schoon. Snijd ze alle drie in luciferdunne reepjes met de keukenmachine.
Was de aardappeljuliennes niet.
Blancheer de wortel en de courgettereepjes afzonderlijk 5 minuten in kokend water.
Snijd de champignons in plakjes.
Verhit de helft van de boter en de olie in een koekenpan.
Bedek de bodem met de helft van de aardappelreepjes. Verdeel hierover de courgettejuliennes en bestrooi met zout en peper. Daarop komt een laag champignonplakjes, vervolgens de wortelreepjes en dek het geheel af met de aardappeljuliennes. Leg aan de rand van de pan enkele klontjes boter.
Druk de massa goed aan met een plat deksel die een maatje kleiner is dan de pan. Bak de onderkant van de taart in ca. 15 minuten goudbruin.
Keer de taart met behulp van een grote deksel of een evengrote koekenpan en bak de andere kant eveneens goudbruin.
Schuif de taart op een platte schaal en houd hem in de oven warm tot het moment van serveren