Hak de gepelde garnalen in de foodprocessor met het ei, de kerrie, de whisky en peper en zou fijn. Zet de massa een halfuur in de koelkast. Klop 1 dl slagroom lobbig en spatel deze door de garnalenmassa. Breng een beetje water aan de kook, schep er een theelepeltje van de garnalenmousse in en laat deze even garen. Proef of de mousse goed van smaak en dikte is; breng hem eventueel extra op smaak of voeg nog wat geklopte room toe.
Verwarm de oven voor op 150 °C. Vet acht vormpjes van 40 ml inhoud in met boter en verdeel de mousse erover. Zet de vormpjes in een braadslee met zoveel kokend water dat ze tot halverwege in het water staan. Schuif de braadslee in de oven en laat de mousse 15-20 minuten garen, hij moet veerkrachtig aanvoelen.
Breng voor de peterseliesaus de visfond met 2 dl slagroom en de wijn aan de kook en laat hem tot de helft inkoken. Was de peterselie goed, dep hem droog en snijd hem heel fijn. Roer de peterselie door de saus en breng haar op smaak met peper en zout.
Stort de taartjes uit de vormpjes op verwarmde bordjes, giet de saus rondom.