Week de gelatine. Borstel de sinaasappels schoon, pers de sinaasappels en de citroenen uit en zeef het sap.
Los de gelatine en 100 g suiker op in het warme water en voeg het vruchtensap toe als de massa koud, maar nog geheel vloeibaar is.
Maak de sinaasappelschillen van binnen schoon door het witte velletje met resten vruchtvlees eraan los te maken en eruit te halen.
Laat de gelei afkoelen en roer het zo nu en dan van de rand en de bodem. Vul, wanneer de gelei begint te binden, de sinaasappelbakjes met de gelei en laat deze verder afkoelen. Snijd, als de gelei stijf is, de randen gelijk met de vulling en snijd eventueel de halve sinaasappelen door.
Spuit met 25 g suiker stijfgeklopte room op de halve sinaasappels.