Stap 1 van 6

Pers 1 citroen. Giet de helft van het sap in een kom met water. Hou van de andere helft 1 eetlepel apart voor de tapenade en de rest voor de geraspte knolselder.

Stap 2 van 6

Schil 500 g knolselder.

Snij 350 g in blokjes van 1 cm. Leg ze meteen in de kom met citroenwater. De blokjes knolselder moeten onderstaan. Rasp de andere 150 g knolselder fijn en voeg de rest van het citroensap toe.

Stap 3 van 6

Giet de blokjes knolselder af. Stoom of kook ze ± 10 min. zacht. Giet af.

Prak de knolselder fijn met een pureestamper. Meng er de geraspte knolselder onder. Voeg 4 eetlepels bloem en 1 ei toe en meng alles. Kruid met peper, zout en 1 snuifje nootmuskaat. Laat de puree minstens 30 min. volledig afkoelen in de koelkast.

Stap 4 van 6

Kook intussen 300 g diepgevroren erwten 5 à 8 min. onafgedekt in lichtgezouten water. Giet af. Spoel onder koud water.

Pluk de blaadjes van 1/2 plantje basilicum en 1/2 plantje munt en doe in een hoge maatbeker. Voeg 1 eetlepel citroensap en 1 eetlepel olijfolie toe. Doe er de erwten bij en mix. Je kan de tapenade eventueel een beetje vloeibaarder maken door 1 of 2 eetlepels water toe te voegen. Kruid met peper en zout. Zet in de koelkast.

Stap 5 van 6

Rol met natte handen balletjes van de knolselderpuree. Maak ze ongeveer zo groot als een pingpongballetje. Rol de balletjes in 100 g paneermeel.

Lukt het niet zo goed om balletjes te rollen? Voeg dan nog wat bloem toe aan de puree.

Stap 6 van 6

Verhit 4 eetlepels arachideolie in een pan met antiaanbaklaag. Bak de balletjes aan alle kanten bruin. Laat even uitlekken op keukenpapier.

Dip de balletjes in de tapenade en smullen maar!