Vermeng in een grote kom 350 g bloem met 1 theelepel fijne suiker, een snuifje kaneel en zout. Maak in het midden een kuiltje. Laat 125 g boter smelten in 1 1/2 dl water. Giet de vloeistof in het kuiltje en vermeng eerst met de houten lepel. Kneed dan het deegje met de handen tot een bal. Zet het een half uur afgedekt weg. Vet een bakplaat in en stuif er wat bloem op. Verdeel 250 g marsepein in 28 bolletjes en druk in elk bolletje een kwart walnoot. Rol het deeg wat uit en snij er 28 rechthoekjes uit. Verpak elk marsepeinbolletje in een deegrechthoekje (zoals u een bonbon in een papiertje zou verpakken). Leg ze in rijtjes op het bakblik. Bestrijk ze met wat vloeibare honing en bestrooi ze met sesamzaadjes. Bak de snoepjes 15 min. in een voorverwarmde oven op 200°C. Laat ze afkoelen en versier ze met gekleurde strikjes (lintjes).