Was de garnalen en laat ze goed uitlekken. Week de gelatine.
Maak van de boter, de bloem, de melk en de room een dikke saus.
Knijp de gelatine uit, los deze op in de saus en maak de saus af met zout, peper en citroensap. Meng de garnalen erdoor en warm het geheel voor de smaak even op.
Strijk de massa glad uit op een bord, zodat u deze in gelijke porties kunt verdelen. Laat de massa koud en stijf worden.
Vorm van de massa met twee lepels kroketten.
Strooi wat paneermeel op vetvrij papier. Rol hierop de kroketten door paneermeel en vorm ze bij.
Wentel ze in losgeklopt ei met wat water, laat ze uitlekken en wentel ze weer in paneermeel.
Bak de kroketten snel in heet frituurvet en serveer ze warm.