Week de gewassen linzen 12 uur in 2 liter water met zout.
Snijd het rookspek in blokjes en laat deze in een grote pan langzaam uitsmelten. Snijd het bruinbrood in dobbelsteentjes, de wortels in schijfjes en de geschilde aardappels in blokjes. Was de peterseliewortels zeer goed schoon. Doe al deze ingrediënten bij de blokjes spek. Laat ze meefruiten tot alles gekleurd ziet en doe de linzen met het weekwater erbij. Voeg het kruidenboeket toe en kook de linzen in 1 uur gaar.
Snijd de korstjes van het witbrood en week het brood in de melk. Druk de overtollige melk eruit en maak het gehakt aan met het brood, zout, peper en nootmuskaat. Vorm er balletjes van en rol deze door het paneermeel.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de gehaktballetjes rondom bruin en gaar. Laat ze uitlekken.
Snijd de peterselie fijn. Schenk de soep door een zeef en vang de bouillon op in een grote kom. Hang de zeef vervolgens boven de soeppan en wrijf de linzen door de zeef. Giet de bouillon al roerend op de linzenpuree en breng de soep aan de kook. Maak de linzensoep op smaak met zout en peper en roer er de gehaktballen en de peterselie door. Geef er geroosterd brood bij.