Klop 1 ei los met 120 ml melk en los er de gist in op. Laat even staan.
Meng 250 g bloem met 10 g suiker. Snij de boter in blokjes en doe ze bij de bloem. Roer even om, zodat de bolkjes bedekt zijn met bloem. Giet er dan het gistmengsel bij en meng tot alles samenhangt. Kneed zeker niet te lang, dan gaat het deeg krimpen bij het bakken. Er mogen nog wat stukjes boter zichtbaar zijn. Laat het deeg een halfuurtje rusten in de koelkast.
Vet een taartvorm in met boter. Rol het deeg uit tot een cirkel van ca. 26 cm diam. Leg het in de vorm en duw de randen goed aan. Laat 15 min. rusten. Rol overhanged deeg af met de deegroller.
Verwarm de oven voor op 175°C.
Maak de vulling. Splits de eieren en klop de eidooiers met 150 g suiker en de vanillesuiker tot een witte massa.
Zeef in een andere kom de bloem. Klop er beetje bij beetje de melk door tot je een glad beslag verkrijgt. Meng dit beslag met het eisuikermengsel. Klop de eiwitten stijf en spatel ze door het beslag.
Giet het beslag in de vorm tot net onder de rand. Bak 45 min. in de voorverwarmde oven. Leg een taartrooster op de taart en draai ze om. Ontvorm en laat ondersteboven op het roostertje verder afkoelen, zo krijg je het typische spinnenweb op je flantaart.
Voor de brésilienne, na het bakken: Laat afkoelen en ontvorm.
Klop de slagroom stijf met de rest van de suiker. Bestrijuk er de bovenkant van de taart mee. Werk af met bresiliennenootjes en serveer.