Borstel de oranjes af, snijd ze in dunne plakjes en kook ze circa 1 uur in het water tot het wit doorschijnend is.
Laat de pitten van de oranjes met wat kokend water 15-30 minuten staan.
Breng het water met de gesneden oranjes aan de kook, voeg het sap van de sinaasappel en de citroen en het geleiachtige vocht van de pitten toe en roer de suiker erdoor.
Laat de massa onder telkens roeren in een grote pan snel inkoken tot jamdikte. Laat de jam niet langer dan 30-45 minuten koken, omdat door lang koken de bindkracht van de pectine verloren gaat.
Was jampotten met heet sodawater, spoel na met heet water en laat ze op een schone doek uitlekken.
Keur de jam op dikte door een paar druppels snel af te koelen; deze moet moeilijk uitvloeien. Is de jam niet goed van dikte, kook hem dan al roerende nog even door.
Vul de potjes geheel met hete jam en sluit af met natgemaakt en afgedroogd cellofaan en een elastiekje. Knip het cellofaan bij. Maak de potjes aan de buitenkant schoon en dateer ze.