Verwarm de oven voor op 180° C. Kneed de bloem met de boter, 1 kl zout en 2 eieren tot een kruimeldeeg. Wikkel het in plasticfolie en laat 30 minuten rusten in de koelkast.
Blancheer de spinazie even in licht gezouten kokend water en laat uitlekken.
Snij de kabeljauw in 8 plakken. Kruid ze met peper en zout. Klop het ei los met de room, zout en nootmuskaat.
Rol het deeg uit en steek er 8 rondjes uit. Beboter de vormpjes en leg in elk een rondje deeg. Leg er bakpapier op, en daarop de bonen. Zet 15 minuten in de oven.
Verwijder de bonen en het papier. Vul de voorgebakken bodems met spinazie en kabeljauw. Overgiet met het roommengsel. Zet 15 tot 20 minuten in de oven.