Roer de gist door 50 ml van het lauwwarme water en laat hem oplossen.
Meng bloem, meel en zout boen een grote kom. Maak een kuiltje in het midden en giet het gist mengsel en de rest van het water erin. Roer met een houten lepel vanuit het midden naar buiten tot u een grof deeg heeft.
Kneed het deeg op een met lboem bestoven oppervlak glad en elastisch. Doe het deeg in een kom, dek deze af met een plastic zak en laat het ca. 2 uur staan tot het deeg in omvang verdubbeld is.
Doe de margarine, peterselie, gesnipperde lente-uitjes en knoflook in een grote koekenpan en bak alles al roerend op laag vuur tot een zacht mengsel. Breng op smaak en zet apart.
Vet twee (brood)vormen van 23-13 cm in. Halveer het gerezen deeg en rol elke helft uit tot een rechthoekige lap van ca. 35x23 cm.
Bestrijk beide lappen met het geklopte ei. Verdeel het kruidenmengsel erover en laat de randen vrij.
Rol de lappen deeg op en knijp de korte zijden dicht. Leg ze met de naad naar beneden in de bakvormen.
Dek het deeg af met een schone theedoek en laat het op een warme plek tot boven de rand van de vorm uit rijzen.
Verwarm de oven voor op 190°C. Bestrijk de broden met melk en bak ze ca. 55 min., tot ze aan de onderkant hol klinken wanneer u erop klopt. Laat ze op een rooster afkoelen.