PANNENKOEKJES: Klop 2 eieren los met een snufje zout. Doe er 80 g bloem, 1 theelepel mosterd en 1,6 dl melk bij. roer glad. Laat het beslag 30 minuten rusten. Voeg 3 eetlepels gehakte tuinkruiden (bieslook, peterselie, dille) toe. Bak in een koekenpan van 12 cm diameter dunne pannenkoekjes in een beetje boter.
Snipper de sjalot en fruit hem glazig in de hete boter. Roer er de bloem door. Leng aan met de visfumet en de room. Laat al roerend een vijftal minuutjes sudderen.
Voeg 100 g kaas en 4 eetlepels gehakte tuinkruiden toe. Breng op smaak met peper en zout. Schep de garnalen door de saus. Verdeel ze over de pannenkoekjes.
Rol de pannenkoekjes op en schik ze in een ovenschaal. Bestrooi ze met de rest van de kaas. Zet ze 15 minuten in de oven op 200°C.