Verwerk de bloem, het zout, de suiker en de boter in een keukenmachine tot een kruimelig deeg. Voeg de eierdooier en het water toe terwijl de machine kneedt. Laat de machine lopen tot het deeg samenhangt. Voeg een theelepel extra water toe als er nog droge kruimels zijn. Laat het deeg in cellofaan gewikkeld 15 minuten stevig worden in de koelkast.
Leg het deeg op een met bloem bestoven werkvlak en rol het met een deegroller uit tot een grote cirkel die zo'n 6 cm groter is dan de vlaaivorm. Bekleed de vorm hiermee. Maak met een vork gaatjes in de deegbodem en zet de bodem 15 minuten koel weg.
Verwarm de oven voor op 180°C.Bekleed de deegbodem met een vel bakpapier en breng daar een laag gedroogde bonen op aan. Bak de bodem ca. 12 minuten blind in de oven. Verwijder het papier en de bonen voorzichtig. Bak de bodem in nog 10 minuten lichtbruin en net stevig. Haal de vorm uit de oven en laat de bodem afkoelen terwijl u de vulling maakt.
Klop de boter, suiker en siroop in een mengkom met een houten lepel of mixer tot een glad mengsel. Klop eerst de eieren en dan de vanille-essence er langzaam door. Roer de gesmolten choclade en de pecannoten erdoor.
Schenk het mengsel in de deegbodem en bak de taart 35 minuten of tot hij net stevig aanvoelt in de oven (180°C). Serveer hem warm of op kamertemperatuur met vanille-ijs of slagroom.
Eet de taart bij voorkeur binnen vier dagen.