Klop 175 g zachte boter in een mengkom romig met een houten lepel of mixer. Voeg 175 g basterdsuiker en de sinaasappelrasp toe en klop tot het mengsel licht en luchtig is. Klop de eieren er langzaam door; klop goed na elke toevoeging.
Schep het meel er met een grote metalen lepel in drie keer door; voeg met de laatste hoeveelheid meel 2 eetlepels sinaasappelsap toe.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Bak de taart 35-40 min. in de oven.
Maak de sinaasappelsiroop terwijl de taart bakt. Doe hiertoe 100 ml sinaasappelsap (als u likeur gebruikt, vervang dan 1-2 eetlepels sap door likeur) en 85 g suiker in een kom en roer met een grote metalen lepel tot de suiker is opgelost.
Zodra de taart goed gerezen en goudbruin is en een vleespen die u in het midden steekt er schoon uitkomt, haalt u de taart uit de oven en zet u hem op een rooster (haal hem niet uit de vorm). Prik met een vleespen of cocktailprikker overal in de taart en schep de sinaasappelsiroop langzaam over de taart, tot hij verzadigd is en geen siroop meer opneemt. Laat de taart afkoelen voor u hem uit de vorm haalt en het papier verwijdert.
Smelt voor het glazuur de chocolade en 55 g koude in kleine stukjes gesneden boter langzaam in een vuurvaste kom boven een steelpan met stomend maar nog niet kokend water (de bodem van de kom mag het water niet raken). Haal de kom van het vuur en roer de chocolade langzaam glad. Smeer het mengsel gelijkmatig op de bovenkant en zijkanten van de taart. Laat de laag hard worden en zet de taart op een groot bord. Bewaar hem in een luchtdichte doos.
Eet de taart binnen zes dagen. De gekoelde taart zonder siroop kan een maand in de vriezer worden bewaard. Ontdooi de taart, warm de siroop langzaam op, schenk hem over de taart en maak de taart af zoals in het hoofdrecept.