Vraag de wildhandelaar om het reezadel te ontbenen en in twaalf biefstukjes te verdelen.
Pel voor de knoflookpuree de knoflookteentjes en overgiet ze met veel koud water. Laat ze 10 minuten koken en laat ze goed uilekken. Herhaal dit nog twee keer; de knoflook wordt dan heel zacht van smaak.
Klop de room half op, mix de knoflookteentjes en vermeng ze met de room. Hou de puree warm op een zacht vuur.
Braad de reebiefstukjes 3 minuten aan elke kant in hete olie, kruid ze met peper en zout en hou ze warm onder alufolie.
Fruit in de braadpan de fijngesnipperde sjalotten en het geperste knoflookteentje glazig in het braadvet van de biefstukjes. Giet er de wijn bij en laat op een hevig vuur tot de helft inkoken. Giet er de wildfond bij en laat even opkoken. Werk, van het vuur af, de saus op met vlokjes ijskoude boter.
Schik de reebiefstukjes op een spiegel hete saus en werk elke portie af met een toefje knoflookpuree.