Snij de broodjes in duimdikke plakjes. Schil de appels, snij ze in schijven van 1 cm dik en besprenkel ze meteen met wat citroensap. Splijt het vanillestokje, schraap het uit en voeg de vanille en een mespunt kaneel bij de rest van het citroensap. Roer er de honing onder.
Vet een ovenschotel in met boter. Strooi het paneermeel (of het broodkruim) op de bodem. Vul ze met de broodjes- en appelplakjes: zet de schijfjes afwisselend naast elkaar rechtop. Klop 4 hele eieren en 2 eierdooiers los met 20 g suiker en de room.
Klop de resterende eiwitten stijf met een snuifje zout. Spatel de eiwitsneeuw luchtig onder het eimengsel en schep het tussen en over de appelschijven.
Verwarm de oven voor op 175°C.Bak in de oven 20 à 25 minuten.
KARAMELSAUS: laat in een pan met dikke bodem 60 g suiker smelten in het sinaasappelsap. Voeg er de sinaasappelschilletjes aan toe, laat inkoken tot een dik-vloeibare stroop en lichtjes karameliseren. Giet het sausje door een fijne zeef en geef het (eventueel) nog wat meer parfum met de sinaasappellikeur.