Snij de fazant in 4 stukken. Snij de witloofstronken fijn. Schil de peren en snij in blokjes.
Verhiet de olijfolie in een pan met zwaren bodem. Laat de stukken fazant 4 minuten aan alle kanten bruien. Kruid met peper en zout en bewaar.
Bak ht witloof 3 minuten. Bewaar.
Blus de pan met wit bier. Voeg het bouillonblokje toe en laat voor een derde inkoken.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Leg de stukken fazant, het witloof, de peren, de tijm en het kruidentuiltje in een vierkante ovenschotel. Voeg het ingekookte bier toe. Dek af met alufolie en laat 30 minuten garen in de oven.
Verwijder het kruidentuiltje. Rol de stukken fazant in alufolie. Bewaar het witloof en de peren. Vang het kookvocht op in een kookpot.
Voeg de room aan het kookvocht toe en laat voor een derde inkoken. Kruid indien nodig. Voeg het citroensap toe.
Snijd de fazantenfilets in fijne reepjes.
Verdeel de fazant, het witloof en de peren over de obrden. Besprenkel met saus en versier met bladpeterselie.