De filets bakken in de boter, kruiden met peper, zout en nootmuskaat.
Flamberen met de whisky en op een zaacht vuurtje gaarkoken.
Ondertussen de fijngesnipperde sjalotjes in boter bakken, de champignons in schijfjes toevoegen.
De gare filets uit de pan nemen en warm houden. Giet room bij de braadjus en laat wat inkoken. Sjalotjes en champignons erbij en juist voor het opdienen in dobbelsteentjes gesneden tomaat toevoegen.
Opdienen met een mooie gemengde sla en soezenpatatjes.
SOEZENPATATJES: kook de aardappelen en prak ze tot puree. Maak ondertussen het soezendeeg: 200 cl water koken met 100 g boter. Voeg 150 g bloem in één keer toe. Van het vuur nemen en één voor één de vier eieren doorroeren, tot het deeg van de bodem lost. De afgekoelde aardappelpuree toevoegen en kruiden met peper, zout en nootmuskaat.
Zet het frituurvet op en bak soesjes met telkens één eetlepel soezendeeg.