Bereid een gistdeeg volgens de basisbereiding van wit brood: weeg de ingrediënten zorgvuldig af en breng ze op kamertemperatuur. Breng de bloem in een diepe kom. Maak de vloeistof lauwwarm, neem van het vuur en los er de suiker in op. Brokkel de gist in de lauwwarme melk, meng er enkele eetlepels bloem onder en laat 30 min. rijzen. Maak een kuiltje in de bloem. Verdeel de klontjes vetstof en het zout aan de buitenrand van de bloem.
Giet het gistmengsel in het kuiltje en meng beetje bij beetje onder de bloem. Kneed tot een glad deeg, voeg zo nodig extra vocht of bloem toe. Laat het deeg 20 min. rijzen.
Rol het deeg uit tot een deeglap van max. 1/2 cm dik en iets groter dan van een taartvorm van 26 cm doorsnee.
Bestuif de deegrol en het deeg met een weinig bloem. Leg de deegrol in het midden van de deeglap en plooi de ene helft van het deeg over de deegrol. Breng het deeg met behulp van de deegrol in het ingevette bakblik. Laat het deeg aan de randen van het bakblik goed inzakken, duw eventueel lichtjes aan.
Rol met de deegrol over de rand de rest van heet deeg af. Prik in het deeg en vul de taart naar keuze. Bak de taart af.