Snij de appels in twee, haal het klokhuis eruit en besprenkel met citroensap. Snij een klein schijfje van de bolle kanten, zodat de appelhelften mooi rechtop blijven staan en schik ze in een beboterde ovenschaal.
Laat de krieken uitlekken, bewaar het vocht. Kook het vocht samen met de kaneel en 2 eelepels rietsuiker al roerend gedurende 5 min. tot het lichtjes stroperig wordt. Voeg de krieken toe. Vul de appelhelften met de kriekenstroop en leg op elke appelhelft een nootje boter.
Snipper de sjalot fijn.
Snij een stuk sinaasappelschil (zeer dun, 3 op 2 cm) in zeer dunne reepjes.
Pers de sinaasappelen.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Schuif de appelen 15 min. in de oven.
Laat 1 eetlepel boter smelten in een steelpan en bak de sjalot al roerende 1 min. Voeg het sinaassap, de kerrie, de sinaasschil en 1 eetlepel suiker toe en laat 10 min. zachtjes koken (af en toe roeren). Kruid met peper en zout en bind eventueel met sausbinder.
Laat een braadpan zonder vetstof goed heet worden en leg er de eendenmagret in, met de velkant naar onder. Laat op een matig vuur 12 à 15 min. bakken, giet regelmatig het vet weg, zodat er een krokant korstje ontstaat. Draai om en laat nog 4 à 5 min. bakken (het vlees moet nog rozig zijn).
Laat het vlees enkele minuten rusten en snij het dan in schuine sneetjes van 1 cm dik.
AFWERKING: giet wat saus op elk bord, leg er de sneetjes op. Versier met peterselie, enkele schijfjes sinaasappel, zet er een appeltje naast en serveer met aardappelsparretjes.