Source: Cas Spijkers | |
Prep time: 2 uur |
Kerststol
Vermeng de bloem met het zout in een grote kom, maak in het midden een kuiltje. Verwarm de melk tot lauw. Verkruimel de gist in een kommetje en roer een deel van de lauwe melk erdoor. Giet dit mengsel in het kuiltje in de bloem. Strooi de suiker erover. Klop de eieren los en giet ze erbij, giet ook de boter erbij en kneed alles door elkaar tot een soepel en glad deeg. Zet het afgedekt 15 minuten op een warme plaats.
Laat de rozijnen wellen in de rum of grand marnier en kneed ze met de gemalen amandelen door het deeg. Laat dit weer afgedekt 1 uur rijzen.
Verdeel het deeg in drie stukken en vorm hiervan drie platte, ovale lappen. Vorm als u amandelspijs gebruikt hiervan rolletjes die iets korter zijn dan de deeglap en leg deze op eenderde van de rand op de deeglappen; sla de deeglap dubbel over de amandelspijs tot aan eenderde van de andere kant: zo ontstaat de typerende vorm van stol. Druk de deegrand iets aan en leg de broden op een ingevette bakplaat. Leg er losjes een theedoek over en laat de broden op een warme plaats weer 15 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 200 °C. Schuif de bakplaat iets onder het midden in de oven en bak de broden in 35-40 minuten gaar en lichtbruin. Laat ze op een taartrooster afkoelen.
Bestrijk de stollen met zachte boter en bestuif ze dik met poedersuiker.
De kerststol komt oorspronkelijk uit Duitsland, maar zo langzamerhand zijn er verschillende versies van het brood ontstaan; het kan gemaakt zijn van eenvoudig brooddeeg, gevuld met rozijnen en Franse vruchtjes maar ook van een luxe, verrijkt deeg met gemalen noten, rozijnen en krenten, likeur, specerijen en amandelspijs. De kerststol wordt altijd dik bestoven met poedersuiker.