Verwarm de oven voor op 180°C.
Verwarm het water met 60 g boter in een pannetje. Neem van het vuur zodra de boter gesmolten is, strooi er 100 g bloem bij en vermeng met de houten lepel. Zet weer op het vuur, laat opdrogen tot de deegbal loslaat en blijf intussen krachtig roeren. Laat afkoelen.
Voeg er één voor één de eieren aan toe. Roer krachtig en voeg het volgende ei pas toe als het vorige volledig opgenomen is. Verdeel in porties en leg de deegballetjes op een ingevette bakplaat.
Bak de soezen 15 tot 20 min. in de oven en laat ze afkoelen op een rooster.
Vermeng voor de zalmfarce de verkruimelde zalm met de mayonaise en de bieslook. Breng op smaak met citroensap en zet de farce koel weg.
Maak voor de kaasfarce een bechamelsaus met 60 g boter, 40 g bloem en de melk. Voeg er, van het vuur af, de kaas aan toe en roer goed glad.
Stoof de fijngesneden champignons aan in de rest van de boter, schep ze bij de kaassaus en werk af met gehakte peterselie en peper uit de molen.
Snij de afgekoelde soezen horizontaal doormidden. Vul acht soezen met zalmfarce, acht soezen met kaasfarce. Serveer op kamertemperatuur.