Snijd het kalfsvlees in blokjes. Schil de gemberwortel en snijd het schijfje ragfijn. Schil de appel, snijd deze in vieren en snijd het klokhuis eruit. Snijd de parten in blokjes.
Ontvel de tomaat, snijd deze doormidden en schep de pitten eruit; snijd het vruchtvlees in blokjes. Pel de sjalotjes en de knoflook en snijd ze in plakjes.
Verhit de boter met de olie in een braadpan tot de boter niet meer schuimt en bak hierin het kalfsvlees in twee of drie porties aan. Strooi het kerriepoeder over het vlees en voeg gember, appel en tomaat toe.
Schep alles met een bakspaan flink om en blus met de wijn. Voeg zout naar smaak toe en laat het vlees op laag vuur met de deksel op de pan in circa 35 minuten zachtjes gaarstoven. Laat de santen in de saus smelten zodat deze licht bindt.
Serveer een grote schaal. Geef er sugarsnaps, rijst met amandelen en gebakken ananas bij.