Pel de garnalen en verwijder aan de rugkant de zwarte darmstreng. Doe de garnalen in een kleine pan en giet er zoveel olie op dat ze net bedekt zijn.
Voeg peper, zout, rozemarijn en tijm toe en verwarm het geheel tot circa 60 °C. Laat de garnalen op heel laag vuur 1 uur konfijten.
Neem ze eruit en laat de olie afkoelen; zeef de kruiden eruit. Bewaar de garnalen onder de olie. Verwarm ze voor gebruik.
Pel voor de tomatensaus de sjalotjes en de knoflook; snijd de sjalotjes fijn en pers de knoflooktenen.
Verwarm de olijfolie in een pan met dikke bodem en smoor sjalot, knoflook en pili-pili enkele minuten. Voeg gezeefde tomaten toe, doe de kruiden en de rode wijn erbij en laat de tomatensaus met een deksel op de pan op laag vuur 2 uur sudderen. Verwijder de kruiden.
Giet op vier verwarmde borden een spiegeltje van tomatensaus en leg er enkele garnalen in. Serveer er pasta bij, bijvoorbeeld schelpjes of minispiraaltjes en een groene groente.