Knip zes stukken aluminiumfolie van 25 cm lang en vouw deze in de lengte tweemaal dubbel zodat het stevige 5 cm brede folierepen zijn. Leg de krentenkoeken op zes kleine bordjes en zet de repen folie als een kokertje hieromheen; zet ze vast met paperclips. Vet de folie in met neutrale olie.
Week de gelatineblaadjes in ruim koud water. Klop 2 1/2 dl slagroom met 60 g suiker suiker en de vanillesuiker lobbig en zet deze in de koelkast.
Verwarm het citroensap en los 12 g uitgeknepen gelatineblaadjes erin op. Roer de kwark luchtig en roer het citroensap erdoor; zet dit koel tot de kwark geleiachtig begint te worden. Snijd het zomerfruit zonodig in stukjes. Spatel de slagroom en 100 g zomerfruit door de kwarkmassa. Verdeel deze bavarois in de zes kokertjes op de krentenkoeken en laat ze in de koelkast opstijven (minstens 1 uur).
Maak voor de garnering de rest van het fruit schoon en zet het enige tijd bestrooid met (2 eetlepels) suiker en besprenkeld met likeur weg.
Week 5 g gelatineblaadjes voor de garnering in ruim koud water. Giet de vruchten af in een zeef en vang het gevormde vocht op; er is 2½ dl nodig. (Vul zonodig aan met likeur of citroensap.) Verwarm een deel van de vloeistof en los de uitgeknepen gelatineblaadjes erin op. Laat het iets afkoelen en meng de vruchten en de rest van het vocht erdoor.
Verdeel dit mengsel op de kwark en zet de puddinkjes nog even in de koelkast om op te stijven.
Rooster de geschaafde amandelen in een droge koekenpan lichtbruin. Ga met een natgemaakt mes tussen de puddinkjes en de aluminiumrand. Neem de folieranden van de puddinkjes en druk met een spatel de geschaafde amandelen tegen de zijkant.
Zet de puddinkjes op zes dessertbordjes. Spuit rondom toefjes slagroom en garneer met bijvoorbeeld een takje rode bessen en een muntblaadje.