Snijd de visfilets in stukjes van circa 3 cm. Was de garnalen. Pel de ui en snipper hem fijn. Maak de prei schoon en snijd hem in smalle ringen. Pel de teentjes knoflook en snijd ze in schijfjes.
Verwarm de boter in een hoge pan en smoor ui, prei en knoflook glazig. Blus met de witte wijn en laat deze iets inkoken. Voeg de visfond, de saffraan en de Noilly Prat toe. Breng het geheel aan de kook en laat de stukken vis in de bouillon op laag vuur in circa 7 minuten garen.
Schil de koolrabi en schrap de wortel, snijd beide in luciferdunne reepjes. Was de raapsteeltjes en snijd ze grof. Doe de in julienne gesneden groenten met de garnalen in de soep, voeg peper en zout naar smaak toe en laat de soep nog 2 minuten zachtjes koken. Roer tenslotte de raapsteeltjes door de soep.
Schep de soep zodra de raapsteeltjes erdoor geroerd zijn in vier verwarmde soepborden en geef er brood bij.