Zeef voor het beslag het bakmeel in een mengkom en roer er peper en zout door. Maak een kuiltje en doe de eidooiers daarin. Voeg de helft van de melk toe en roer alles met een garde door elkaar tot een dikke, gladde massa ontstaat. Verdun deze al kloppend met de rest van de melk. Laat het beslag een halfuur staan.
Snijd voor de vulling de salami en de ham in blokjes. Pel de sjalotjes en snijd ze in snippers. Ontvel de tomaten (zie tip van week 28.), snijd ze doormidden en verwijder de pitten. Snijd het vruchtvlees in blokjes. Klop een stevig schuim van de eiwitten. (Zorg voor een vetvrije kom!)
Spatel de voorbereide ingrediënten en het eiwitschuim door het beslag.
Verhit steeds een stukje boter in de koekenpan. Schep met een soeplepel een achtste van het beslag in de pan, draai het vuur halfhoog en bak de pannenkoek tot de bovenkant vrijwel droog en de onderkant goudbruin is; keer de pannenkoek met een pannenkoekmes, bestrooi de bovenkant met geraspte kaas en bak de pannenkoek tot de onderkant goudbruin en de kaas gesmolten is. Bak op deze manier pannenkoeken tot al het beslag verwerkt is.
Serveer de pannenkoeken op verwarmde borden en geef er een rauwkostsalade bij.