Source: Cas Spijkers | |
Prep time: 30 minuten |
Gebakken oesters op een groentebedje
Open de oesterschelpen, neem de oesters eruit en bewaar het oesternat. Was de onderste schelpen goed.
Verwarm de oven voor op 150 °C. Zet de oesterschelpen op een bakplaat.
Snijd de groenten in ragfijne blokjes. Smelt 15 g boter en smoor de groenten beetgaar, schep ze uit de boter en breng ze op smaak met peper en zout. Verdeel de groenten in de schelpen.
Wentel de oesters door de bloem. Smelt 25 gram boter in een koekenpan tot hij is uitgebruist en bak de oesters snel om en om lichtbruin.
Neem ze uit de pan en leg ze op de groenten in de schelpen. Blus de bakboter met citroensap en het oesternat, breng op smaak met peper en zout en roer de peterselie erdoor.
Klop de resterende boter door deze saus zodat ze licht gebonden is. Verdeel de saus over de oesters.
Laat ze snel in de oven warm worden en serveer ze als voorgerechtje of borrelhapje.
Oesters, de platte zowel als de diepe, zijn tegenwoordig vrijwel het hele jaar door verkrijgbaar, maar het lekkerste zijn ze van september tot mei. Ze worden levend verkocht; de schelp is dan stevig gesloten. Het formaat wordt aangegeven met nullen: de grootste en kostbaarste (Zeeuwse) oester heeft zes nullen.