Konijn in sinaasappelsaus

Schil de aardappels en kook ze gaar in ruim water met zout in circa 20 minuten. Giet ze af en laat ze uitlekken.
Kook de wildfond en de witte wijn in een steelpan in tot de helft. Roer de crème fraîche door het ingekookte vocht en laat dit nog even koken.
Rasp de schil van de sinaasappel en blancheer deze 1 minuut, giet af en laat uitlekken.
Pers de sinaasappel en pel de mandarijnen. Verwijder zoveel mogelijk witte draadjes van de mandarijnenpartjes.
Verwarm 50 gram boter in een pan en bak hierin de konijnfilets in 7-10 minuten aan beide kanten goudbruin en gaar, bestrooi ze met zout en peper en houd ze warm in aluminiumfolie.
Pureer de aardappels en roer de rest van de boter in klontjes erdoor tot een smeuïge puree ontstaat. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat.
Roer het sinaasappelsap, de sinaasappelrasp en de mandarijnenpartjes door de saus en warm deze even door.
Leg de konijnfilets op vier voorverwarmde borden, schenk de saus erbij en spuit de aardappelpuree in rozetvorm ernaast. Serveer meteen.