Spinazie-wortelkoek met kruidensaus

Spoel de spinazieblaadjes en blancheer ze 3 à 4 min. in licht gezouten water. Laat ze even schrikken in koud water en heel goed uitlekken. Mix ze, schep de puree in een zeefje en laat nogmaals goed uitlekken.
Schraap de worteltjes, snij ze in rondjes. Doe ze in een pannetje met het geperste knoflookteentje en de groentebouillon. Laat 20 min. op een laag vuur koken en pureer.
Maak de bechamelsaus: smelt 50 g boter in een pannetje. Strooi er de bloem bij terwijl u goed roert. Laat even opdrogen. Leng aan met de melk en laat op een laag vuur indikken. Blijf intussen goed roeren. Kruid met nootmuskaat, peper en zout en laat een beetje afkoelen.
Klop intussen de eiwitten stijf. Doe bij de spinaziepuree twee eidooiers, de helft van het paneermeel, de gemalen parmezaan en 1 lepel bechamelsaus. Meng goed en spatel vervolgens de helft van de eiwitsneeuw door het mengsel.
Verrijk de wortelpuree op dezelfde manier, met de andere helft van de ingrediënten en een eetlepel bechamelsaus. Kruid beide eventueel wat bij met zout en peper.
Schep lepels puree, in afwisselende kleuren, in een geoliede rechthoekige ovenschotel en beleg met nootjes boter.
Zet de koek 45 min. in de voorverwarmde oven op 180°C.
Verwarm de rest van de bechamelsaus op een laag vuur (of in een warmwaterbadje). Verrijk de saus met de gehakte tuinkruiden en serveer ze in een kommetje apart, bij de lauwe groentekoek.