Kalkoenfilet met morieljes en groentetaartjes

Laat de morieljes 15 minuten weken in water. Laat ze uitlekken. Bewaar het weekvocht. Blancheer de koolbladeren 1 minuut in kokend water. Laat ze schrikken in koud water en plat opdrogen op een schone theedoek.
Halveer de kalkoen in de lengte. Snij elke helft overlangs in (maar niet van elkaar). Leg ze plat open op het werkvlak. Kruid ze met peper en zout.
Leg op elke helft twee of drie koolbladeren en een eetlepel morieljes. Vouw toe en bind op met keukentouw. Kruid de buitenkant met peper en zout. Bak ze rondom aan in boter. Zet ze nog 15 minuten in een op 180°C voorverwarmde oven.
Kook de aardappelen gaar in gezouten water. Pureer ze met de melk, 1 eetlepel boter en het ei. Snij de knolselder, pompoen en raapjes in blokjes. Kook ze 5 minuten in gezouten water. Snij de savooikool in reepjes. Kook ze 2 minuten in gezouten water.
Laat de groetnen goed uitlekken. Vermeng ze met de warme aardappelpuree. Kruid naar smaak met peper, zout en nootmuskaat.
Laat de gevogeltefond met 15 cl van het weekvocht van de morieljes tot de helft inkoken. Doe er de room bij. Laat inkoken tot sausdikte. Doe er de rest van de morieljes bij. Kruid naar smaak. Snij de kalkoenfilets in plakken.
Zet een dresseerring (vormpje zonder bodem) op de borden. Schep er de groentemix in en druk aan met de rugkant van een lepel. Haal de ring voorzichtig weg. Schik het vlees bij deze groentetaartjes. Werk af met een lepel saus.