Äppeltarta

Roer de boter met 150 g suiker en de eieren tot een gladde crème. Vermeng de gezeefde bloem met het bakpoeder. Voeg er de rum en de botercrème aan toe en meng goed.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Schep de helft van het deeg in een geboterde springvorm en laat 15 minuten bakken in de oven.
Ontvorm en laat afkoelen op een rooster.Bak de andere helft van het deeg op dezelfde manier. Laat deze deegbodem afkoelen in de vorm.
Laat de frambozen ontdooien en uitlekken in een vergiet. Schil de appels, verwijder klokhuis en pitten en verdeel ze in vingerdikke partjes.
Smelt in een pannetje de boter met de 50 g suiker en de vanillesuiker. Laat daarin de appelpartjes maixmaal 5 minuten zachtjes koken (maar niet tot moes). Laat ze afkoelen.
Schik de helft van de appelpartjes op de taartbodem in de vorm en beleg ze met de frambozen. Dek af met de tweede taartschijf en schik de rest van de appelpartjes erbovenop.
Klop de eiwitten tot sneeuw met de rest van de suiker 50 g). Spuit met een getande spuitzak eiwitroosjes langs de taartrand.
Zet de taart nog 6 tot 8 minuten in de oven op 175°C. Ontvorm en laat afkoelen.