Citroensoufflé
Samenvatting
Opbrengst | |
---|---|
Bron | Colruyt |
Voorbereidingstijd | 1 uur |
Bereidingstijd | |
Totale tijd | 1 uur |
Beschrijving
Citroensoufflé
Ingrediënten
Instructies
Maak een baketbakkersroom. Doe 2 hele eieren, 3 eierdooiers en 70 g poedersuiker in een pan met dikke bodem en klop tot een schuimig mengsel. Zeef er 2 eetlpels bloem over en meng dooreen. Breng de mek aan de kook en giet ze onder voortdurend roeren geleidelijk bij het eiermengsel. Zet de pan op een zacht vuur en laat al roerend nog even doorkoken (ca. 1 minuut) tot de room gebonden is. Laat afkoelen.
Schil 4 citroenen met een dunschiller en snij de schillen in zeer fijne stukjes. Kook deze 2 minuten en verfris ze onder koud water. Doe de stukjes schil in een pan en voeg er 200 g poedersuiker, het sap van 3 citroenen en 1/2 dl water bij. Meng dooreen en verwarm top een hevig vuur tot u een dikke stroop bekomt (zoals confituur.
Laat deze stroop lauw worden en meng ze dan onder de afgekoelde banketbakkersroom. Klop 4 eiwitten met een snuifje zout tot zeer stevige sneeuw en schep deze voorzichtig onder het mengsel.
Verwarm de oven voor op 200°C.Doe het beslag in een soufflévorm en laat 5 minuten bakken. Zet dan de temperatuur lager (op 175°C) en laat nog 25 minuten verder bakken.
Bestrooi de soufflé met gezeefde poedersuiker en dien onmiddellijk op.
Notities
Typisch voor een soufflé is dat hij door het geklopte eiwit sterk in volume toeneemt, maar ook gemakkelijk inzakt. Een soufflé moet dus onmiddellijk na het bakken worden opgediend. Kan dat niet, dan laat u hem het best nog even in de oven staan. Het is heel normaal als de bovenkant bij het serveren een ietsje inzakt.
Een soufflévorm moet altijd lichtjes worden ingevet en eventueel met poedersuiker worden bestrooid, voor u het beslag erin schept. Vul de vorm nooit voor meer dan ¾. Bak de soufflé steeds in het midden van de oven. Hij is doorgaans klaar als hij ca. 1/3 boven de rand van de vorm uitrijst en mooi goudbruin van kleur is.