Kerstkrans met amarenokersen

Rol het bladerdeeg uit tot een lange lap van 3 mm dik en 8 cm breed. Maak van de amandelspijs een rol die 3 cm korter is dan de deeglap, kerf hem aan de bovenkant in en leg er 50 g amarenokersen in; druk de spijsrol weer dicht en leg hem op de deeglap. Bestrijk een deegrand met koud water, leg de andere kant over de spijsrol heen en sla daarna ook de bestreken kant erover, druk de naad dicht. Vorm een krans van de gevulde deegrol en schuif de uiteinden in elkaar, de spijsrol moet goed aansluiten en druk ook deze naad rondom goed dicht. Leg de krans met de naad naar onderen op een met bakpapier beklede bakplaat en zet hem 20 minuten op een koele plaats.
Verwarm de oven voor op 220 °C.
Klop het ei los en bestrijk de krans ermee. Schuif de bakplaat iets onder het midden in de oven en bak de krans in 30-40 minuten gaar en goudbruin. Schakel na een kwartier de oven naar 200 ºC.
Laat voor de garnering de abrikozengelei op halfhoog vuur inkoken tot hij stroperig is.
Neem de krans ui de oven en leg hem op een taartrooster. Bestrijk hem met de warme abrikozengelei en verdeel de oranjesnippers en 10 kersen erop. Laat afkoelen.