Haringterrine

Kook de geschilde aardappels in de visfond met de slagroom en zout beetgaar. Schep de aardappels eruit en laat de kookvloeistof tot 3 dl inkoken. Week de gelatineblaadjes in ruim koud water, knijp ze uit en roer ze van het vuur af door de vloeistof. Laat deze afkoelen tot ze geleiachtig is.
Snijd de aardappels in 3 mm dikke schijfjes. Verdeel de haringen elk in 2 filets.
Was de spinazieblaadjes goed, verwijder de harde steeltjes en dep de blaadjes goed droog met een theedoek.
Vet een terrine- of cakevorm van 1 liter inhoud in met olie.
Vul de vorm laag om laag met aardappelschijfjes, spinazieblaadjes en haringfilets. Bestrijk elke laag dun met roomgelei.
Laat de terrine onder lichte druk in de koelkast opstijven.
Zet de sla op ijswater zodat hij knapperig wordt. Laat de sla uitlekken in een vergiet en slinger hem droog. Verdeel de frisée in kleinere stukken.
Kook voor de vinaigrette de azijn met de saffraan tot de helft in. Laat afkoelen.
Ontvel de tomaat, snijd hem doormidden en verwijder de kern en de pitjes. Snijd het tomatenvruchtvlees en het wit van het ei in ragfijne blokjes.
Klop de olie met een garde door de azijn, breng op smaak met peper en doe de tomaat- en eiblokjes erin.
Stort de terrine en snijd de terrine in plakken.
Leg op vier borden aan de bovenrand een toef sla en leg er twee plakken terrine op. Sprenkel de vinaigrette rondom. Garneer met een toefje kervel.