1 Verwarm de oven voor op 180°C. Rasp de mandarijnschil fijn en pers het sap uit. Klop de boter met de suiker krachtig tot een wit schuimige massa gedurende 5 minuten of tot de suikerkorrels opgelost zijn.
2 Meng er één voor één de eieren en de room door. Zeef de bloem boven de kom en spatel door het beslag. Voeg de maanzaadjes, de mandarijnrasp en 3 eetlepels mandarijnsap toe en meng tot een homogeen beslag.
3 Doe het beslag in de beboterde en bebloemde rechthoekige cakevorm (22 cm) en bak de cake 1 uur in de voorverwarmde oven. Dek ‘m de laatste 10 minuten af met aluminiumfolie. Laat 5 minuten afkoelen alvorens uit de vorm te halen. Laat afkoelen op een rooster.
4 Zeef het poedersuiker in een kommetje en klop met 2 L mandarijnsap tot een glazuur. Lepel het glazuur over de cake en werk af met suikerparels.