1 Doe de bloem, 50 g suiker en het zout in een grote kom. Snij de koude boter in blokjes en voeg toe. Meng met je vingertoppen of met behulp van een keukenmachine. Voeg het water beetje bij beetje toe tot je een kleverig deeg hebt. Kneed het deeg nogmaals kort met je handen en vorm een bal. Wikkel in folie. Leg 30 minuten in de koelkast.
2 Verwarm de oven voor op 200°C. Snij de appelen in schijfjes en meng ze met 3 eetlepels kristalsuiker en het citroensap. Meng er 1 koffielepel fijngehakte tijm door.
3 Haal het deeg uit de koelkast en rol het uit tot een rechthoek. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat. Bestrooi de bodem met amandelmeel en hou de randen vrij. Schik de appeltjes op het deeg en laat de randen vrij. Vouw de randen iets over de appel. Klop het ei los en bestrijk er het deeg mee. Bak de appelgalette in 25 minuten goudbruin in de oven.
4 Maak de tijmsiroop: schenk 250 ml water in een steelpannetje, voeg de tijm toe en laat 20 minuten op een zacht vuurtje warmen (zonder dat het water kookt). Zet vervolgens het vuur uit en laat 40 minuten trekken. Zeef het vocht en voeg de suiker toe. Zet opnieuw op een vuur en laat inkoken tot een dikke siroop.
5 Giet de tijmsiroop over de nog warme galette en werk af met verse tijm.