Rozijnenbroodjes

Zeef de helft van de bloem met het zout boven een kom. Strooi er de gedroogde gist bij en voeg de suiker, de eieren, een beetje melk en de boter toe. Kneed het deeg, doe er geleidelijk de rest van de bloem bij en blijf kneden tot een samenhangend deeg is ontstaan. Leg het deeg in een grote kom, dek af en laat 2 uur op een warme plaats rijzen. Beboter de bakplaat.
Roer de eierdooiers met het maïszetmeel en een scheutje melk tot een glad papje. Breng de rest van de 3 dl melk met de vanillesuiker en de suiker aan de kook. Giet wat van de warme melk bij het dooiermengsel, roer alles goed door en schenk het dan al roerende bij de warme melk. Blijf goed roeren anders ontstaan er klotjes. Laat de melk koken tot het een dikke vla is geworden, roer de vlak koud.
Rol het deeg tussen plasticfolie uit tot ene rechthoekige lap van 30x15 cm en 0,5 cm dik. Was en droog de rozijnen. Verdeel de vla over de lap, maar blijf een stukje van de rand. Strooi de rozijnen erover en rol de lap op vanaf de smalle zijde. Snijd de rol in schijven van 2 cm. Leg de schijven op de beboterde bakplaat een stukje van elkaar en laat terug 1 uur rijzen.
Verwarm de oven voor op 225°C en bak de broodjes midden in de oven. Laat afkoelen op een rooster. Verwarm de abrikozenjam met wat water en bestrijk de bovenkant van de broodjes met warme jam.